Soms ben ik zo vol ben in mijn hoofd dat het mij moeite kost om te focussen en ruimte te maken voor aandachtig zijn. Dan ga ik aan de wandel in het bos. Ik hou van het bos. Van het struinen tussen de bomen door. Met het hoofd vol claimende gedachten begin ik te lopen. Met elke stap die ik zet vervagen de dwarrelende denkbeelden die mij zo bezig houden, richt ik mijn blik langzaamaan naar buiten en valt mijn oog als vanzelf op details die ik werkelijk waarneem met mijn zintuigen. Ik zie bijzonder gevormde takken, vogelveren, kastanjes, felgekleurde mossen. Ik hoor geritsel in de struiken, het ruisen van de bladeren. Ik voel het zonlicht door de boomkruinen heen. Ik ruik hars en dennennaalden. Deze indrukken slaan zich ergens in mij op en ik kom tot rust.
Ik voel me bijna nooit onveilig in het bos. Ik zoek graag onbekende paden op. Ik kan mij zo verwonderen over de schoonheid van de natuur. Vaak neem ik iets mee naar huis, verzamel ik zwart-witte veren van eksters, donsveren van duiven, takken vol kleine larixappeltjes, boomschijven van een omgehakte boomstam waarin je de jaarringen zo mooi kunt zien, losgeraakte bast van de plataan. Het bos inspireert mij en ik kom altijd gelouterd terug.
Het liefst loop ik alleen, dan zuig ik met aandacht alle indrukken op, adem de boslucht in die dan zo natuurlijk en gezond voelt. Ik word verrast door een ree die voor me over het pad springt, een plakkerig spinnenrag waar ik tegenaan loop, een prachtige vlinder die zich niet laat vangen voor een foto, een koor aan zingende vogels. Het bos heeft zoveel moois te bieden als ik er oog voor hebt. En is zo rijk aan metaforen.
Een groep bomen kaarsrecht naast elkaar met daar dwars doorheen een omgevallen boom die de structuur doorbreekt. Een dwarsligger. Het licht dat schijnt door de gekleurde bladeren en dat door een enkele stap naar links of naar rechts te zetten, steeds een nieuwe dimensie geeft. Een ander perspectief. De ochtendnevel in de herfst en de rijp op de takken in de winter geven het bos iets mysterieus, iets dromerigs.
Er gebeurt zo ontzettend veel in het bos. Eén en al beweging. Onder de grond, boven de grond, reikend tot ver voorbij mij vandaan. Waar ik zicht op krijg als ik mijn denken loslaat. Dan is er weer ruimte voor aandacht. En in die aandacht word ik mij bewust dat de gedachten die mij zo bezig hielden, zich als vanzelf geordend hebben en nieuwe inzichten aanreiken.
7 november 2018