Een paar dagen geleden mocht ik als gastvrouw, organisator en projectleider, spreken op de miniconferentie waarmee het empowerment- en loopbaanontwikkeltraject Amandla v werd afgerond. Samen met een aantal deelnemers uit het project en de samenwerkingspartner hadden we de conferentie grondig voorbereid, tot in de puntjes georganiseerd.
Dit programma loopt al een paar jaar en heeft zich steeds doorontwikkeld. Tijdens de laatste training werd mij duidelijk wat zo wezenlijk is in het project en daarmee werden voor mij persoonlijke passies verbonden. Samen oplossen van vraagstukken door de onderste steen boven te halen en op overstijgend niveau te verbinden, mensen helpen zichzelf te versterken en mijn fascinatie voor de balans tussen aandacht en organiseren. Over dat laatste wilde ik tijdens de conferentie graag iets meer vertellen. Het zou gaan over de vier rode draden van aandacht; persoonlijke moraal, resonantie, balans angst en vertrouwen en de plek der moeite (bron: Aandacht, bron van verbinding, Marianne van Hoorn). Hoe deze aspecten een rol spelen in de wijze waarop wij als trainers en begeleiders in relatie staan tot de vrouwen en hun individuele ontwikkelprocessen. Het wezenlijke belang van deze vorm van aandacht voor werkgevers, organisaties en instellingen in het zien van mogelijkheden en bieden van kansen voor deze vrouwen. Ook zou ik stil staan bij de vraag waarom aandacht zo snel verdwijnt in de organisatiewereld en hoe we daar mee om kunnen gaan (bron: Aandacht in interactie, Margret van Paassen). Dan het gaat om een balans te zoeken tussen laten ontstaan en organiseren, de samenhang zoeken tussen ontvankelijkheid en daadkracht.
In de voorbereiding kwam mijn verhaal recht uit mijn hart kwam en ik voelde mij heel zeker, ik zou er mensen mee kunnen raken. Daarom koos ik bewust niet voor ondersteuning door een presentatie op het scherm, het zou maar afleiden. In mijn beleving waren alle voorwaarden gecreëerd om mij geheel te kunnen focussen op de gasten en op hetgeen ik zo graag wilde meegeven.
Een grotere uitdaging om de balans tussen aandacht en organiseren te behouden had ik niet kunnen ervaren. Op de dag van de conferentie (en de dag ervoor) kwamen kinken in de organisatiekabel die van te voren zo mooi geschakeld was en er werd een flink beroep gedaan op organiseren en improviseren. Technische hobbels, zieken die een rol in de organisatie hadden…enzovoort. In het geregel geraakte mijn verhaal over aandacht op de achtergrond. Ik voelde het in mijzelf gebeuren, bewust van wat er nodig was. Ik probeerde me met veel moeite van de omgeving om mij heen af te sluiten om vanuit het ‘organisatiehoofd’ in het ‘aandachthart’ te komen. Toen echter de spreker voor mij halverwege haar verhaal de draad kwijtraakte en de microfoon aan mij doorgaf, werd ik acuut teruggeworpen in de organisatiestand. Mijn verhaal over aandacht kwam vanuit mijn hoofd, ik voelde niet wat ik vertelde. Als ik praat vanuit mijn passie en gedrevenheid dan praten mijn handen en ogen mee, nu sprak ik woorden van papier. Pas toen ik de microfoon aan de dagvoorzitter had teruggegeven en het programma verder ging, realiseerde ik mij had ik, voor mij persoonlijk, iets had laten liggen.
Voor het merendeel van de gasten was wat ik vertelde nieuw, het bracht verdieping aan en daarop werd positief gereageerd. Ik had ‘mijn aandacht’ echter veel meer kracht bij willen zetten. Na de bijeenkomst voelde ik teleurstelling, boosheid en verdriet. Deze bijeenkomst betekende voor mij logische afsluiting van een samenwerkingsproject waarin ik veel heb geleerd, ontvangen en gegeven en ik wilde zo graag de kern van onze aanpak overbrengen. Alles goed voorbereid, geen zenuwen, ik keek er juist naar uit!
Na een paar dagen reflectie het inzicht…….dit was een krachtig voorbeeld van hoe makkelijk aandacht in de praktijk in de schaduw van organiseren geraakt. Op welke manier, gegeven de situatie, had ik terug kunnen komen bij mijn hartsverhaal? Was dat überhaupt mogelijk geweest of vroeg ik teveel van mezelf en de anderen? En wat betekent dit? Het gaat maar om één ding: de balans zoeken tussen aandacht en organiseren. Tussen de organisator en projectleider, die als functionaris verantwoordelijk is voor het bieden van een programma dat vloeiend verloopt, en de spreker die als mens de gasten wil boeien en raken.
Voor mij een vraag: kan dat eigenlijk wel samengaan? En als het kan hoe dan? In mijn gedachte komt de boekvoorstelling van het boek Aandacht in interactie van Margret van Paassen naar boven, waaraan ik een bijdrage mocht leveren. Zij ging de uitdaging aan om zelf zoveel mogelijk uit het organiseren van de boekvoorstelling te blijven (zonder het stuur uit handen te geven) en het vooral te laten ontstaan. Het had alles met resonantie, angst en vertrouwen en plek der moeite te maken. Het werd een prachtige bijeenkomst waarin spontaan veel moois ontstond en ook dingen fout mochten gaan. In de context van deze miniconferentie was een dergelijke aanpak een te grote uitdaging geweest voor de betrokken vrouwen, en daarmee voor mijzelf.
Misschien wilde ik wel teveel. En dient zich in de toekomst een andere en betere gelegenheid aan om mijn fascinatie voor aandacht en organiseren te delen, te ontwikkelen en te voeden. Op een andere plek, een ander moment in een andere context. Ik zal het ontdekken.
21 februari 2016